Art.nr. 021120

    iQ M universeel

    Universele lijm en dunne laag pleister in het iQ-Therm 2.0 systeem

    Variant
    0211 | iQ M universeel
    Grootte / hoeveelheid
    Dealer zoeken

    Hier vindt u dealers bij u in de buurt

    Productspecificaties

    In aangeleverde toestand

    AW-waarde / wateropnamecoëfficiënt 13,32 kg/(m²h0,5)
    Brandklasse Klasse A1
    Maximale korrelgrootte 0,5 mm
    Laagdikte Enkele laag tot 3 mm
    Schudmaat Ca. 1,2 kg/dm³
    w80 0,017 m³/m³
    Waterdosering Ca. 6,0-6,3 l/20 kg
    Dampdoorlatendheid µ < 14
    wsat 0,52 m³/m³
    Warmtegeleiding λ 0,48 W/(m•K)
    Druksterkte klasse CS II (1,5-5,0 N/mm²)

    De genoemde waarden staan voor typische producteigenschappen en moeten niet als bindende productspecificatie worden uitgelegd.

    Toepassingsgebied

    • voor wanden binnen en plafonds
    • Verlijmen van iQ-Therm 2.0 binnenisolatiestroken aan de ondergrond en aan elkaar (lintvoegen)
    • Minerale (ook sulfaathoudende, bv. gipshoudende ondergronden) bepleisterbare muurmaterialen en ondergronden
    • Wapenings- en dunne pleister in het iQ-Therm systeem

    Eigenschappen

    • Schimmelbestendig
    • Dampdoorlatend
    • Hoog capillair actief
    • Vochtongevoelig
    • Zakt niet na en een goede hechting
    • Werkvoorbereiding
      • Eisen aan de ondergrond

        Stabiele, schone en stofvrije ondergrond.

      • Voorbereidingen

        De ondergrond mat vochtig voornatten.

    • Verwerking
      • verwerkingstemperatuur min. 5°C max. 30°C
      • getande spaan
      • Contactlaag

        Absorberende ondergronden voornatten

        Het product met geschikt gereedschap als contactlaag aanbrengen.

         

        Verticale lijmlaag

        Breng het materiaal verticaal aan over het gehele oppervlak met een geschikte getande spaan in de juiste laagdikte, zodat een lijmbed van ongeveer 3 mm dikte ontstaat. Het lijmbed moet vrij zijn van holtes.

         

        Horizontale lijmlaag

        Breng het materiaal in slurryvorm met een kwast of borstel aan op de lintvoegen voor de volgende iQ-Therm 2.0 stroken, dikte ca. 1 mm.

        Maak indien nodig de onderste lijmlaag met onverdund materiaal in een hogere laagdikte om een horizontale iQ-Therm 2.0 basislaag te verkrijgen.

         

        Wapeningslaag

        Breng het materiaal aan met een getande spaan zodat een uiteindelijke laagdikte van minstens 3 mm wordt verkregen.

        De wapening in het midden van de verse wapeningslaag inbedden.

        Wapeningsbanen min. 10 cm laten overlappen.

         

        Oppervlakteafwerking

        Breng het materiaal minstens 2 mm aan op de voldoende uitgeharde wapeningslaag.

        Met geschikt gereedschap glad natrekken.

        Het oppervlak nabewerken nadat het is aangetrokken.

         

    • Verwerkingsinstructies
      • Mortel die al begint te verharden niet meer met water aanmaken of toevoegen aan nieuw aangemaakte mortel.

        Afhankelijk van de omgevingscondities, bij verwarmde binnenruimtes of tocht, met folie of iets dergelijks tegen te snelle droging beschermen.

        Haarscheurtjes / krimpscheurtjes zijn onschadelijk en kunnen niet worden afgekeurd, omdat ze de eigenschappen niet beïnvloeden.

        Voor een betere oppervlaktekwaliteit Q3 kan een extra vulmiddel als tussenlaag nodig zijn.

    • Gereedschap / Reiniging
      • getande spaan
      • Menggereedschap, getande spaan, troffel, vlakspaan, schuurbord, sponsbord

        Gereedschap terwijl het materiaal nog vers is met water reinigen.

    • Opslag / Houdbaarheid
      • tegen vocht beschermen
      • houdbaarheid 12 maand
      • Droog, in ongeopende verpakking ca. 12 maand.

    • Verbruik
      • ca. 1,3 kg / mm laagdikte / m²
      • Ca. 1,3 kg/m²/mm laagdikte

        Ca. 3 mm als lijmmortel (afhankelijk van de vlakheid van de ondergrond)
        Ca. 1 mm als slurry in de lintvoegen
        Minimaal 5 mm als wapening en dunpleister

    • Algemene instructies
      • Niet op ondergronden werken, waar sprake is van vochtbelasting via de achterzijde.

        De na droging en verharding ontstane kleur is afhankelijk van de omgevingscondities en verwerkingsmethode. Zo ziet een vers, glad oppervlak, in vergelijking met een later afgeglad of ruw oppervlak er lichter uit. Verschillende korrelgroottes in hetzelfde artikel kunnen leiden tot geringe kleurafwijkingen. Vochtbelasting vanuit de ondergrond kan verkleuringen veroorzaken.

        Kan sporen pyriet (ijzersulfide) bevatten.

        Aanmaakwater moet drinkwater kwaliteit zijn.

        Chromaatarm conform RL 2003/53/EG.

        Altijd een proefvlak opzetten!

        Afwijkingen van actuele normen en regelgevingen moeten afzonderlijk worden overeengekomen.

        Bij de voorbereiding en uitvoering altijd de beschikbare testrapporten in acht nemen.

    • Verwijderingsinstructie
      • Grotere productrestanten conform de plaatselijk geldende voorschriften in de originele verpakking deponeren. Volledig lege verpakkingen kunnen gerecycled worden. Mag niet samen met huisvuil afgevoerd worden. Niet in riolering lozen. Niet in de gootsteen werpen.

    • Veiligheid / Regelgeving
      • Verdere informatie met betrekking tot de veiligheid bij transport, opslag, afval en ecologie vindt u in onze nieuwste veiligheidsinformatiebladen.