Toepassingsgebied

  • Gietmortel voor chemisch en thermisch te belasten ondergronden
  • Basislaag voor instrooivloeren bij chemisch en thermisch te belasten ondergronden

Eigenschappen

  • Hoge chemische bestendigheid
  • Hoge mechanische bestendigheid
  • Waterdampdoorlatend
  • Thermisch bestendig tot 120°C
  • Thermische schokbelasting tot 160°C (afhankelijk van het systeem)
  • Werkvoorbereiding
    • Eisen aan de ondergrond

      Als ondergrond zijn enkel beton- en composietdekvloeren toegelaten die met Crete TF 60 of Crete FP voorbehandeld zijn.

      De poriënvrij gegrondeerde ondergrond moet draagkrachtig zijn, vormstabiel, stevig, ontdaan van losse delen, stof, olie, vet rubbersporen en andere stoffen die de hechting nadelig beïnvloeden.

      De hechttreksterkte van de ondergrond moet gemiddeld ten minste 1,5 N/mm² zijn (kleinste enkele waarde ten minste 1,0 N/mm²), de druksterkte ten minste 25 N/mm².

      Betonmax. 6 massa-% vocht

      Cementdekvloermax. 6 massa-% vocht

  • Verwerking
    • verwerkingstemperatuur min. 10°C max. 20°C
    • gietcoating/staand te verwerken
    • potlife 10 min
    • Hogere temperaturen verkorten, lagere temperaturen verlengen in het algemeen de aangegeven tijden.

  • Gereedschap / Reiniging
    • gietcoating/staand te verwerken
    • aagspaan, stiftrakel, spijkerwals, mengapparaat en eventueel dwangmixer

    • Juiste gegevens kunt u in het gereedschapsprogramma vinden.

      Gereedschap en eventuele vervuilingen direct terwijl het materiaal nog vers is met Verdunning V 101 reinigen.

      Bij de reiniging de beschermingsmaatregelen en voorschriften voor afvalverwijdering in acht nemen.

  • Opslag / Houdbaarheid
    • vorstvrij opslaan
    • houdbaarheid 6 maand
    • In de ongeopende oorspronkelijke oorspronkelijke verpakking, droog en vorstvrij bewaard minstens 6 maanden voor component A, 12 maanden voor component B en C en minstens 18 maanden voor component D.

  • Verbruik
    • 12 - 18 kg/m²

  • Toepassingsvoorbeelden
    • Coating

      Het materiaal op de goed voorbereide ondergrond aanbrengen en met geschikt gereedschap, bijv. laagdiktespaan of vloertrekker met verstelbare hoogte verdelen.

      Onmiddellijk met een prikroller langzaam narollen (max. eenvoudig kruislings).

      12 - 18 kg/m²

    • Basislaag voor instrooivloeren

      Het materiaal op de goed voorbereide ondergrond aanbrengen en met geschikt gereedschap, bijv. laagdiktespaan of vloertrekker met verstelbare hoogte verdelen.

      Onmiddellijk met een prikroller langzaam narollen (max. eenvoudig kruislings).

      De nog verse basislaag direct met geschikt instrooimateriaal vol en zat instrooien.

      Na verharding niet gebonden, overtollig materiaal verwijderen.

      12 - 18 kg/m²

  • Algemene instructies
    • Alle bovengenoemde waarden en verbruiken zijn onder laboratoriumcondities (20°C) met standaardkleuren verkregen. Op locatie kunnen geringe afwijkingen ontstaan.

      Op aaneengesloten vlakken alleen materiaal met hetzelfde chargenummer verwerken, omdat anders geringe verschillen in kleur, glans en structuur kunnen ontstaan.

      De uiteindelijke oppervlaktestructuur is sterk afhankelijk van de objectcondities alsmede de verwerking. Derhalve valt de oppervlaktestructuur niet onder de productaansprakelijkheid.

      Voor het afbakenen van het te coaten oppervlak voldoende verankeringsvoegen aanbrengen. (Diepte en breedte twee keer de laagdikte van het coatingsysteem).

      PU-beton is in het algemeen een functioneel vloerafwerkingsysteem waaraan geringe optische eisen gesteld worden en is doorgaans niet kleurstabiel.

      Ook bij deskundige verwerking zijn kleurverschillen, verwerkingssporen, streepvorming en lichte plasvorming niet uit te sluiten.

      Op basis van de korte reactietijd moeten de maatregelen voor het coaten goed worden gepland en voorbereid.

      Dunne laagdiktes alsmede lagere temperaturen kunnen het aanzicht beïnvloeden.

      Schurende mechanische belasting leidt tot slijtagesporen.

      Belasting door voertuigen met metalen en polyamide banden alsmede dynamische puntbelasting kunnen eventueel leiden tot een verhoogde slijtage.

      Bij instrooivloeren direct instrooien, om er zeker van te zijn dat het instrooimateriaal direct wordt ingebonden.

      Reparaties en herstel aan bestaande oppervlakken leiden tot een zichtbare overgang qua voorkomen en structuur.

      De chemicaliënbestendigheid is afhankelijk van de temperatuur van de stoffen die op de vloer komen (zie chemicaliënbestendigheidstabel).

      Per definitie bij antislip systemen in vergelijking met gladde vloeren rekening houden met een grotere inspanning bij het reinigen, hier moeten in de regel reinigingsmachines met zachte borstels gebruikt worden.

      Verdere informatie met betrekking tot de verwerking, systeemopbouw en het onderhoud van de producten vindt u in de nieuwste technische merkbladen en de Remmers systeemaanbevelingen.

  • Verwijderingsinstructie
    • Grotere productrestanten conform de plaatselijk geldende voorschriften in de originele verpakking deponeren. Volledig lege verpakkingen kunnen gerecycled worden. Mag niet samen met huisvuil afgevoerd worden. Niet in riolering lozen. Niet in de gootsteen werpen.

  • Veiligheid / Regelgeving
    • Alleen voor de professionele verwerker!

      Nadere informatie met betrekking tot veiligheid bij transport, opslag en verwerking alsmede afvalverwijdering en ecologie vindt u in de nieuwste veiligheidsinformatiebladen.

Mogelijke systeemproducten

Different variants