Art.nr. 122413

Epoxy Primer PF

Gepigmenteerde grondering en basislaag

Kleuren: zilvergrijs | 1224
Kleuren: zilvergrijs | 1224
Kies een kleur
Grootte / hoeveelheid
Dealer zoeken

Hier vindt u dealers bij u in de buurt

Productspecificaties

In aangeleverde toestand

component A

Dichtheid (20°C) 1,62 g/cm³
Viscositeit (25°C) 2800 mPa s

component B

Dichtheid (20°C) 1,05 g/cm³
Viscositeit (25°C) 100 mPa s

vermengd

Dichtheid (20°C) 1,50 g/cm³
Viscositeit (25°C) 900 mPa s

In uitgereageerde toestand

In uitgereageerde toestand

Buigtreksterkte > 23 N/mm² *
Druksterkte > 72 N/mm² *

* Epoxyharsmortel 1 : 5 met standaardzand

De genoemde waarden staan voor typische producteigenschappen en moeten niet als bindende productspecificatie worden uitgelegd.

Toepassingsgebied

  • Gepigmenteerde grondering, egaliseerlaag
  • Basislaag voor instrooivloeren
  • Grondering voor systemen Remmers Dek OS 8 en OS 11a-II en OS 11b-II
  • Grondering voor het Remmers Dek OS 14 systeem in overeenstemming met de instandhoudingsrichtlijn

Eigenschappen

  • Mechanisch belastbaar
  • Zeer goede hechting op beton en zandcementdekvloeren
  • Weekmakervrij, nonyl- en alkylfenolvrij
  • In uitgereageerde toestand fysiologisch onschadelijk
  • Geschikt als grondering zonder af te strooien onder PU- en epoxycoatings
  • Werkvoorbereiding
    • Eisen aan de ondergrond

      De ondergrond moet draagkrachtig zijn, vormstabiel, stevig, ontdaan van losse delen, stof, olie, vet, rubbersporen en andere stoffen die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden.

      De hechttreksterkte van de ondergrond moet gemiddeld ten minste 1,5 N/mm² zijn (kleinste enkele waarde ten minste 1,0 N/mm²), de druksterkte ten minste 25 N/mm².

      Bij toepassing in het OS 8 systeem moet de hechttreksterkte van de ondergrond gemiddeld min. 2,0 N/mm² bedragen (kleinste waarde min. 1,5 N/mm²).

      Testrapport inzake het hechtvermogen bij vochtinwerking vanaf de achterzijde conform DIN EN 13578 in het OS 8-systeem beschikbaar.

      De ondergrond moet het evenwichtsvochtpercentage hebben bereikt en tijdens het gebruik beschermd zijn tegen vochtinwerking vanuit de ondergrond.

      Betonmax. 4 massa-% vocht

      Cementdekvloermax. 4 massa-% vocht

    • Voorbereidingen

      De ondergrond met geschikte maatregelen, bijv. stofvrij stralen, voorbereiden, zodat deze voldoet aan bovengenoemde eisen.

      Beschadigingen en onvolkomenheden in de ondergrond met Remmers PCC systemen of met Remmers epoxy mortels vlak en strak dichtzetten.

  • Bereiding
    • mengverhouding comp. A 82,8 : comp. B 17,2
    • mengtijd 3 min
    • Combiverpakking

      De harder (component B) volledig aan de basishars (component A) toevoegen.

      Vervolgens het materiaal met een langzaam draaiende, elektrische mixer

      (ca. 300 - 400 omwentelingen/min.) vermengen.

      Het mengsel in een andere emmer overgieten en nogmaals grondig mengen.

      Een minimale mengtijd van 3 min. aanhouden.

      Sliertvorming duidt op onvoldoende vermenging.

  • Verwerking
    • verwerkingstemperatuur min. 10°C max. 30°C
    • mortelvloer / gietvloer / staand te verwerken
    • potlife 25 min
    • Verwerkingsvoorwaarden

      Materiaal-, omgevings- en ondergrondtemperatuur: min. +10°C to max. +30°C.

    • Hogere temperaturen verkorten, lagere temperaturen verlengen in het algemeen de aangegeven tijden.

  • Gereedschap / Reiniging
    • mortelvloer / gietvloer / staand te verwerken
    • Gladde spaan, getande spaan, rubberen vloertrekker, epoxyroller, prikroller, mengapparaat eventueel dwangmenger

    • Juiste gegevens kunt u in het gereedschapsprogramma vinden.

      Gereedschap en eventuele vervuilingen direct terwijl het materiaal nog vers is met Verdunning V 101 reinigen.

      Bij de reiniging de beschermingsmaatregelen en voorschriften voor afvalverwijdering in acht nemen.

  • Opslag / Houdbaarheid
    • vorstvrij opslaan
    • houdbaarheid 12 maand
    • In ongeopende, originele verpakkking koel, droog en vorstvrij opgeslagen min. 12 maand (component A) respectievelijk min. 24 maand (component B).

  • Verbruik
    • Zie toepassingsvoorbeelden

  • Toepassingsvoorbeelden
    • Grondering

      Het materiaal vol en zat op de ondergrond aanbrengen. Met geschikt gereedschap, bijv. rubberen vloertrekker, verdelen en vervolgens met een epoxyroller narollen, zodat de poriën in het oppervlak van de ondergrond volledig gevuld worden.

      Eventueel is het noodzakelijk meerdere lagen aan te brengen.

      Bij sterk zuigende of openporige ondergronden is een extra grondering noodzakelijk.

      ca. 0,40 - 0,60 kg/m² bindmiddel (afhankelijk van de ondergrond)

    • Egalisatielaag / schraaplaag

      Het tot 1 : 0,5 naar gewichtsdelen gevulde materiaal op de goed voorbereide ondergrond aanbrengen, met een geschikte spaan verdelen en eventueel met een prikroller narollen.

      per mm laagdikte: ca. 1,20 kg/m² bindmiddel en 0,60 kg/m² Selectmix 01/03

    • Basislaag voor instrooivloeren

      Het tot 1 : 0,5 naar gewichtsdelen gevulde materiaal op de goed voorbereide ondergrond aanbrengen, met een geschikte getande spaan / getande vloertrekker verdelen en eventueel met een prikroller narollen.

      De nog verse basislaag overvloedig met vuurgedroogd kwartszand instrooien.

      Na verharding niet gebonden, overtollig materiaal verwijderen.

      min. 0,8 - 1,0 kg/m² (exclusief vulstof)

  • Algemene instructies
    • Alle bovengenoemde waarden en verbruiken zijn onder laboratoriumcondities (20°C) met standaardkleuren verkregen. Op locatie kunnen geringe afwijkingen ontstaan.

      Gronderingen altijd poriën vullend aanbrengen! Mogelijk ligt het verbruik hierdoor hoger. Eventueel is een tweede grondering noodzakelijk.

      Moeilijk dekkende kleuren (bijv. geel, rood of oranje) geven vaak een transparant effect. Dit bij de systeemkeuze en samenstelling in acht nemen.

      Op aaneengesloten vlakken alleen materiaal met hetzelfde chargenummer verwerken, omdat anders geringe verschillen in kleur, glans en structuur kunnen ontstaan.

      Schurende mechanische belasting leidt tot slijtagesporen.

      Bij UV- en weersinvloeden zijn epoxyharsen niet kleurstabiel.

      Bij OS 8 systemen de betreffende testrapporten in acht nemen.

      De uitvoeringsrichtlijnen overeenkomstig het Remmers Deck OS 11 systeem in acht nemen.

      Verdere informatie met betrekking tot de verwerking, systeemopbouw en het onderhoud van de producten vindt u in de nieuwste technische merkbladen en de Remmers systeemaanbevelingen.

  • Verwijderingsinstructie
    • Grotere productrestanten conform de plaatselijk geldende voorschriften in de originele verpakking deponeren. Volledig lege verpakkingen kunnen gerecycled worden. Mag niet samen met huisvuil afgevoerd worden. Niet in riolering lozen. Niet in de gootsteen werpen.

  • Veiligheid / Regelgeving
    • Alleen voor de professionele verwerker!

      Meer gedetailleerde informatie over veiligheid tijdens transport, opslag en verwerking en over verwijdering en ecologie is te vinden in het huidige veiligheidsinformatieblad en de brochure "Epoxyharsen in de bouwindustrie en het milieu" (Deutsche Bauchemie e.V., 3e editie, status 2022).

Mogelijke systeemproducten

Gereedschap, accessoires en PBM's